home // pdf // eigen artikels // Aandelenbeleggingen in vennootschap

Aandelenbeleggingen in vennootschap
Leo Stevens & Cie lanceert een nieuw DBI-compartiment van het LS Value Equity-fonds
Bedrijven en vrije beroepers die binnen hun vennootschap een mooie cashreserve hebben opgebouwd, wensen deze gelden vaak op een meer productieve manier te (laten) beleggen. Maar door het zogenaamde zomerakkoord wordt beleggen in aandelen voor vennootschappen fiscaal minder interessant. Leo Stevens & Cie lanceert een zogenaamde DBI-bevek voor vennootschappen om toch op een belastingvriendelijke wijze te beleggen in aandelen.
Als algemeen principe kunnen we stellen dat de opbrengsten van beleggingen in vennootschap belastbaar zijn als winst. In de mate dat er intresten en dividenden worden uitgekeerd in de beleggingsportefeuille wordt er weliswaar roerende voorheffing ingehouden, zoals bij een particuliere belegger, maar deze roerende voorheffing vormt slechts een voorschot op - en is te verrekenen met de uiteindelijk verschuldigde vennootschapsbelasting.
Ook meerwaarden die worden gerealiseerd op obligaties en beleggingsfondsen zijn onderworpen
aan de vennootschapsbelasting. Bij een beleggingsfonds maakt het ook niet uit of zo’n fonds van het kapitalisatie- of van het distributietype is. Als er minwaarden worden gerealiseerd bij verkoop zijn deze wel aftrekbaar voor obligaties maar niet voor fondsen.
Aandelen in een beleggingsportefeuille van een vennootschap vormden tot nu toe een buitenbeentje. De meerwaarden hierop waren in principe vrijgesteld van belasting, althans in zover het ging om de belegging in een aandeel van een vennootschap die onderworpen was aan een “normaal belastingstelsel” (waar de meeste beursgenoteerde aandelen wel aan voldoen). Maar ook aan dit principe werd sinds aanslagjaar 2013 al geknabbeld, waarna gerealiseerde meerwaarden werden belast aan een afzonderlijk tarief van 25,75% indien die aandelen binnen het jaar werden verkocht. Daarentegen meerwaarden op aandelen die langer dan een jaar werden aangehouden, bleven vrij van belasting.
Ingevolge het zomerakkoord wordt deze fiscaal gunstige behandeling van aandelen die binnen een vennootschap als belegging worden aangehouden nu definitief geschrapt. Met ingang van 1 januari 2018 zullen nu alle meerwaarden die worden gerealiseerd op aandelen aan vennootschapsbelasting worden onderworpen en helaas zijn de gerealiseerde minwaarden, net zoals bij beleggingsfondsen, niet aftrekbaar.
Enkel indien een vennootschap in aandelen belegt die voldoen aan de zogenaamde DBI-aftrek, kan ze nog ontsnappen aan vennootschapsbelasting. DBI staat voor “definitief belaste inkomsten” en is in het leven geroepen om economisch dubbele belasting op dividenden te vermijden. Het principe van de DBI-aftrek bestaat erin dat uitgekeerde winsten enkel bij de dividend-uitkerende vennootschap in de belastbare grondslag worden opgenomen en dat ze bij de Belgische ontvangende vennootschap wordt vrijgesteld of toch grotendeels. Immers, deze DBI-aftrek gaf tot nu toe toch nog aanleiding tot een beperkte belastingheffing want de dividenden en meerwaarden werden maar ten belope van 95% vrijgesteld. In het zomerakkoord is nu voorzien dat deze vrijstelling vanaf volgend jaar 100% wordt, een volledige belastingvrijstelling dus.
De DBI-aftrek is echter niet voor de meerderheid van de vennootschappen weggelegd want om van de DBI-aftrek te genieten, gelden de volgende voorwaarden:
- de participatie moet minimaal één jaar worden aangehouden;
- de uitkerende vennootschap moet onderworpen zijn aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan een buitenlandse belasting die niet aanzienlijk gunstiger is dan de Belgische. Als indicatie van welke belastingen daar wel of niet onder vallen is in het Belgisch Staatsblad op 11 maart 2016 een “niet-exhaustieve lijst” gepubliceerd van landen waarvan vermoed wordt dat zij een aanzienlijk gunstiger belastingregime hebben;
- én de deelneming die uw vennootschap zou moeten bezitten om van belastingvrijstelling te genieten moet gelijk zijn aan minimaal 10% van het aandelenkapitaal van de uitkerende vennootschap of een waarde hebben van minimaal 2,5 miljoen euro.
De enige uitzondering die wettelijk is voorzien om toch nog op een fiscaal vriendelijke wijze binnen uw vennootschap in aandelen te beleggen is via de zogenaamde DBI-Bevek.
DBI-beveks verschillen qua beleggingsbeleid niet echt van ‘gewone’ aandelenfondsen maar er zijn wel een aantal fiscale voorwaarden aan verbonden:
- de statuten van de bevek moeten voorzien in een jaarlijkse uitkering aan haar aandeelhouders van 90% van de geïnde dividenden en gerealiseerde meerwaarden (na aftrek van bezoldigingen, commissies en andere kosten);
- de inkomsten van de bevek moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
- de dividenden moeten in aanmerking komen voor de DBI-aftrek (zie boven);
- de meerwaarden moeten afkomstig zijn van aandelen die zelf voor de meerwaardevrijstelling in aanmerking komen.
Indien een vennootschap haar aandelenbeleggingen via een DBI-bevek verricht zullen vanaf 2018 bijgevolg zowel de dividenden uit deze bevek als ook de meerwaarden die worden verricht bij uitstap uit de DBI-bevek (na ten vroegste 1 jaar) vrij zijn gesteld van belastingen.
Indien de DBI-bevek toch een participatie zou hebben genomen in een buitenlands bedrijf dat onder een gunstiger belastingregime valt en dus niet voor DBI aftrek in aanmerking komt, zal voor dit deel van de DBI bevek uiteraard geen vrijstelling van belastingen gelden.
Tot nu toe waren de DBI-Beveks nauwelijks bekend en ook niet zo populair omdat de gelden die in zo’n fonds waren belegd, wel moeten worden afgetrokken van de berekeningsbasis van de notionele intrestaftrek. Dit nadelig effect zal ook vanaf volgend jaar nog nauwelijks relevant zijn want de notionele intrestaftrek wordt sterk afgebouwd: ze wordt niet meer toegekend op basis van het totale bedrag van het eigen vermogen maar op basis van de aangroei van het risicokapitaal van de laatste vijf jaar. Bovendien was het belang daarvan de laatste jaren al zeer sterk afgezwakt door de zeer lage rentevoet.
In het licht van de gewijzigde fiscale spelregels is het duidelijk dat de DBI-Bevek nu fiscaal veel interessanter geworden is dan een rechtstreekse belegging in aandelen en die voordelen zullen ruim opwegen tegen de beheerkosten van zo’n fonds.
Als verstandige belegger zal uw vennootschap in 2017 reeds de meest belangrijke meerwaarden op haar aandelenportefeuille hebben gerealiseerd zodat daarop al geen vennootschapsbelasting meer is verschuldigd. Als u ook in de toekomst de beleggingsportefeuille van uw vennootschap zo fiscaal gunstig mogelijk wil doen aangroeien dan is een belegging in het nieuwe DBI-compartiment van het LS Value Equity fonds zeker het overwegen waard. Uw relatiebeheerder zal u met veel genoegen hierover verdere informatie verstrekken.
Disclaimer
Deze publicatie mag niet beschouwd worden als 'onderzoek op beleggingsgebied' zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 3 juni 2007. Het is een publicitaire mededeling. De wettelijke voorschriften ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsgebieden zijn hierop niet van toepassing. Eventuele aanbevelingen zijn niet onderworpen aan een verbod om al voor de verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied te onderhandelen.
Deze publicatie mag niet als persoonlijk beleggingsadvies beschouwd worden. Leo Stevens & Cie kan niet garanderen dat de in de publicatie behandelde financiële instrumenten voor u geschikt zijn. Mocht u op basis van deze publicatie overgaan tot een financiële transactie, dan draagt u hier zelf de volledige verantwoordelijkheid voor. Beleggen in financiële instrumenten (zoals aandelen) kan grote risico’s inhouden. Alvorens tot een transactie over te gaan, moet een belegger beschikken over de nodige ervaring en kennis om de eventuele risico’s die gepaard gaan met de transactie ten volle in te schatten, in staat zijn om deze risico’s te dragen waarbij beseft moet worden dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk verloren kan gaan.
Medewerkers van Leo Stevens & Cie kunnen vóór de verspreiding van deze aanbevelingen handelen in het financieel instrument.
Eventuele rendementen die in deze publicatie vermeld werden, zijn gerealiseerd geworden in het verleden. Er is geen garantie dat zij ook in de toekomst behaald zullen worden. Men kan evenmin zeker zijn dat de beschreven scenario’s, verwachtingen en risico’s zullen uitkomen in de realiteit. Zij dienen als indicatief beschouwd te worden. De gegevens die in de publicatie vermeld worden, zijn louter informatief en kunnen aan veranderingen onderhevig zijn. Wisselkoersschommelingen kunnen vooropgestelde resultaten en rendementen beïnvloeden.
De publicatie geeft de analyse weer van de auteur op de vermelde datum. Hoewel de analyse gebaseerd is op volgens de auteur betrouwbare bronnen, kan de correctheid, volledigheid en actualiteit van de gebruikte informatie niet gegarandeerd worden.
Niets in deze publicatie mag gereproduceerd worden zonder de voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van Leo Stevens & Cie. Deze publicatie is onderworpen aan het Belgisch recht en aan de uitsluitende rechtsmacht van de Belgische rechtbanken.