08 juni 2023 Eigen artikels Onrechtstreekse schenking in volle eigendom met toeters en bellen

Schenkingen zijn een veel besproken onderwerp wanneer het gaat om het overdragen van vermogens. Op deze wijze wordt er tijdens het leven reeds een deel van het vermogen naar de volgende generatie overgedragen. Dit maakt dat de omvang van de toekomstige nalatenschap verkleint en zo in principe gepaard gaat met een vermindering van de belastingdruk bij overlijden.

Een schenking kan op verschillende manieren gebeuren: bijvoorbeeld door middel van een bankoverschrijving, door kwijtschelding van een schuld of nog via een notariële akte. In dit artikelgaan we in op de onrechtstreekse schenking door bankoverschrijving; de zogenaamde ‘bankgift’ en hoe we deze kunnen moduleren rekening houdend met persoonlijke wensen en doelstellingen.

Behoud van inkomsten

Wenst de schenker zich een bepaald inkomen voor te behouden uit de geschonken goederen dan is het raadzaam om een zogenaamde financiëlelast aan de schenking te koppelen. De begiftigde zal dan op regelmatige tijdstippen een bepaald bedrag of percentage overmaken. Deze last kan ook optioneel geformuleerd worden, hetgeen een aantal voordelen met zich meebrengt.

Zo is de schenker dan niet verplicht om deze rente op te nemen. Door enkel een beroep te doen op de last als er daadwerkelijk bijkomende financiële middelen nodig zijn, wordt er geen nieuw belastbaar vermogen opgebouwd. Bovendien geeft het niet opvragen van de rente geen aanleiding tot een bijkomende heffing van erfbelasting indien de schenker zou overlijden.

Maar hoeveel mag die rentelast nu juist bedragen? En loopt men bij een te hoge rente niet het risico dat er geen sprake meer is van een schenking? Hieromtrent bestaat er heel wat controverse.

Voor wie een discussie met Vlabel wil vermijden is het raadzaam om bij het bepalen van de omvang van de rente op correcte en redelijke wijze tewerk te gaan en niet te opteren voor een overdreven rentelast. Mede rekening houdend met de huidige (markt-) omstandigheden lijkt een rentelast van ca. 3% aanvaardbaar. Een extra zekerheid terzake kan ingebouwd worden door een ondergrens vast te leggen. Zo kan men bijvoorbeeld bepalen dat de som van de opgenomen rentes nooit meer mag bedragen dan 70% van het geschonken kapitaal, verhoogd met de ontvangen netto-opbrengsten. Op die manier kan men dus erfbelasting in hoofde van de begiftigden voorkomen maar dat betekent niet dat er helemaal geen erfbelasting meer verschuldigd is.

Stel ouders schenken een gemeenschappelijke portefeuille aan hun kinderen en bepalen dat hun kinderen jaarlijks een welbepaalde rente dienen te betalen. Deze rente zal -indien er niets voorzien werd- gehalveerd worden bij het overlijden van één van de schenkers en dit zonder erfbelasting. Wenst men evenwel de langstlevende van de schenkers financieel te beschermen door ervoor te zorgen dat deze de bedongen rente integraal kan blijven ontvangen, dan kan een zogenaamde aanwas van de rente worden opgenomen in de schenkingsakte.Dit betekent evenwel dat de langstlevende van de schenkers erfbelasting verschuldigd zal zijn over de helft van de rente. Op het vlak van de directe belastingen zal de uitbetaling van een rente tussen natuurlijke personen geen enkel gevolg hebben. Dergelijke rentebetalingen zijn immers niet belastbaar in hoofde van de genieter en niet aftrekbaar in hoofde van de schuldenaar.

Wat dan in het geval van een overlijden? Daarover kan u meer lezen in het volledige artikel.